Columns

Dit is de nieuwste column. Alle andere columns komen in de lijst hiernaast. Klik er op om het hieronder te kunnen lezen.

Column met een kronkel

Lammy, 2021-05

Ik moest aan die spiegelende affiche denken van Pandora, de stichting die in de
zeventiger jaren het beeld over de psychiatrie positief wilde beïnvloeden. De poster
hing op de deur van de wc toen ik op kamers woonde. Keek ik ernaar, dan zag ik
mezelf, licht verkreukeld omringd met een kronkel van Simon Carmiggelt.
Ooit een
normaal mens ontmoet?
En..., beviel het?
Misschien zei ik daarom te snel ja, toen ik benaderd werd voor deze column.
Achteraf kreeg ik mijn bedenkingen, toen ik besefte hoe abnormaal het begrip
normaal
eigenlijk is.
Ten eerste gaat het in de media nergens anders meer over dan oud en nieuw normaal
en is daarmee het gras al voor mijn voeten weggemaaid. Ten tweede vraag ik me af
hoe normaal het woord zelf is. Ik bedoel, het is niet eens een zelfstandig naamwoord.
Waar hebben we het eigenlijk over?
Het is al zaterdag. Ik haast me door de supermarkt. Immers, er staat nog geen letter
op papier.
Terwijl ik met mijn mandje boodschappen richting snelkassa loop, bliept mijn telefoon.
Of ik shampoo mee wil nemen, appt manlief. Ja, zo schiet het niet op.
Terwijl ik de shampoo in het mandje leg, dringt het tot me door waarom ze bij de
engel van Hoorn dit onderwerp hebben gekozen. Normaal gaat er immers uit? Het kan
nu nog, zullen de engelmensen gedacht hebben. Andrelon begon er al mee: de
shampoo voor
normaal
haar gaat uit het assortiment.
Thuis kruip ik onmiddellijk achter mijn pc. Eerst maar eens op
normaal
googelen.
Normaal is volgens de regels,
lees ik op de site van Van Dale. Ofwel:
Normaal is
gewoon.
Vervolgens stuit ik op een artikel uit 2013 waarin ene Robert Bridgeman vaststelt dat
iets pas normaal wordt gevonden als er genoeg mensen zijn die dat iets doen, of juist
niet doen.
Met andere woorden: In de file staan is normaal, want iedereen doet het.
Maar een boek lezen in de trein? Dat is toch niet
normaal
meer? Wie doet dat nog?
Nou, ik wel.
Maar ik ben dan ook geen normaal mens. Ik heb van die rare gewoontes, die ze ook
wel tics noemen. Nu willen jullie natuurlijk weten welke dat zijn, maar het voert te ver
om hier een opsomming te doen.
Vooruit, eentje wil ik wel met jullie delen. Zo’n tic die me dwars zit bij het schrijven
van een column als deze, waarbij ik de neiging om tot een mooi afgerond aantal
woorden te komen niet kan weerstaan. Vijfhonderdzevenenzestig mag niet van
mezelf. Liever vijfhonderdvijftig of zeshonderd.
Dat vind ik mooier. Vraag me niet waarom.
En dan maar schaven en schrappen tot het aantal woorden juist voelt.
Zeg nou zelf. Dat is toch niet normaal? Dat is gewoon raar.
Of moet ik het zien zoals juf Ank uit “De Luizenmoeder” het zegt: Dat
vinden wij niet
raar, dat vinden wij bijzonder.
Ik zei toch al dat normaal niet bestaat. Normaal heeft niets van zichzelf, je kunt er
geen de, het of een voorzetten, laat staan onderverdelen in iets ouds en iets nieuws.
Het normale bestaat slechts bij de gratie van het bijzondere.
Om Vincent van Gogh te citeren:
Normaliteit is een geplaveide weg. Aangenaam om op te lopen. Maar er groeien geen
bloemen.
Spreek de kronkel van Simon Carmiggelt maar eens hardop uit, terwijl je in de spiegel
kijkt,
Ooit een normaal mens ontmoet?
En...bevalt het?
De poster van Pandora te zien is in het museum van de Geest in Haarlem.

Reacties zijn gesloten.