Columns
Dit is de nieuwste column. Alle andere columns komen in de lijst hiernaast. Klik er op om het hieronder te kunnen lezen.
Ome Jan
Freek Groenendijk, 2018-04
“Wanneer is uw leven voltooid?”
Ome Jan is een, bijna twee meter lange, lange-afstands-loper: hij loopt doorgaans achttien uur in een etmaal waarvan een paar uur ’s nachts. Hij doet dat in zijn eigen tempo – voetje voor voetje.
Iedere dag weer dezelfde rondjes in de zorgvilla, waar hij al een paar jaar woont.
Als ik bij hem op bezoek ben, dan loop ik mee: hij vindt het prettig om mijn hand vast te houden en hij vindt het gezellig als er iemand met hem meeloopt. Of ik dat nu ben of een andere bewoner van de zorgvilla – dat maakt niets uit.
De laatste keer waren we er vlak na Pasen.
Er was nog tulband over en al lopende nam ome Jan een stuk. Onderweg nam hij een hap en nog een. Ik zei: “Lekker he?” en hij antwoordde : “Lekker” .
In de gang staat een groot bloemstuk met fleurige zijde bloemen. We lopen er langs en ik zeg: “Mooi he?” en hij antwoordt: “Mooi”.
Als hij even zit - nog geen halve minuut, want hij moet lopen – vang ik zijn blik op en zeg: “Dag ome Jan”. Dan rolt er een traan over zijn wangen.
Hij staat op, pakt mijn hand vast en we lopen weer.
We komen een medebewoonster tegen, ome Jan pakt ook haar hand vast en zo lopen verder, net zwaan-kleef-aan.
Ik heb uitgerekend dat ome Jan zo ongeveer een kilometer per uur aflegt, dus per etmaal ongeveer 18 kilometer.
Vijf weken geleden waren we er ook: ome Jan – hij is 86 - had een behoorlijk zware longontsteking.
In bed hield hij het zoals gewoonlijk niet uit, hij hing in een stoel in de huiskamer.
Hij ademde moeilijk.
Hij wilde telkens wel opstaan - want hij moet lopen! - maar had daar geen energie voor.
Hij kreeg geen antibiotica, zo was met de naaste familie afgesproken.
Ik ben blij dat ome Jan er nog is.
Als ik op bezoek ben, gebeurt er iets met me.
Ome Jan heeft betekenis, hij voegt iets toe aan mijn leven, hij is van waarde.
Ondanks zijn broze bestaan en zijn kleine leefwereld heeft hij nog steeds de regie in handen: hij loopt, hij loopt en hij loopt. En hij pakt handen vast. En als je – even maar – zijn blik vangt,
moet hij huilen.
Dat doet wat met me.
Ome Jan is een lange-afstands-loper.
Nee, aan de marathon van Rotterdam doet hij niet mee.
Maar in heel Almelo is er niemand die iedere dag zo 18 kilometer loopt.
Het is goed dat hij er is.